dinsdag, 12. januari 2021 – 8:46
Energie en brandstof goedkoper
De prijs voor elektriciteit was vorig jaar 39,6 procent lager dan in 2019. In dat jaar was elektriciteit nog 15,7 procent duurder dan een jaar eerder. De prijsdaling is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een verhoging van de heffingskorting van 216 euro. Deze wordt op de energierekening met elektriciteit verrekend. Gas was in het afgelopen jaar 2,6 procent duurder. Dit komt door verhogingen van de energiebelasting en de opslag duurzame energie (ODE). In 2019 was de prijsstijging van gas nog 10,6 procent. De gemiddelde prijs van energie voor consumenten werd in 2020 bijna 12 procent lager.
Ook motorbrandstoffen waren goedkoper in 2020. De prijs van benzine lag 5,2 procent lager dan een jaar eerder. Diesel was 8,8 procent goedkoper. In 2019 waren deze brandstoffen nog respectievelijk 1,9 en 1,8 procent duurder dan het jaar daarvoor. Waar de consument in 2019 nog gemiddeld 1,647 euro voor een liter benzine betaalde, was dat in 2020 1,562 euro. De literprijs voor diesel ging aan de pomp van 1,356 euro omlaag naar 1,237 euro.
Prijsstijging voeding kleiner
De prijsstijging van voeding in de supermarkt was in 2020 kleiner dan in 2019. Voedingsmiddelen werden 2,0 procent duurder, terwijl de prijsstijging 4,3 procent was in 2019. De prijsstijging was in 2019 hoger door de verhoging van het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent per 1 januari 2019.
Daarentegen betaalden consumenten in 2020 voor tabak meer. Shag was 19,3 procent duurder en sigaretten 10,4 procent dan in 2019. Dat was de grootste prijsstijging van tabak na 2004. De prijsstijgingen zijn vooral het gevolg van accijnsverhogingen. De accijns op 50 gram shag werd in 2020 met 2,50 euro verhoogd. Op een pakje van 20 sigaretten werd 1,14 euro extra accijns geheven.
Cao-lonen stijgen sterker dan de consumentenprijzen
Vorige week meldde het CBS dat de cao-lonen 3,0 procent waren gestegen in 2020. Daarmee ligt de stijging van de cao-lonen in 2020 volgens voorlopige cijfers 1,7 procentpunt hoger dan de stijging van de consumentenprijzen. De laatste keer met een groter verschil tussen de jaarlijkse stijging van de cao-lonen en het jaarlijkse inflatiecijfer was in 1986. Toen bedroeg het verschil 2,0 procentpunt.
Recent Comments