Nederlanders houden weer ongeveer evenveel geld over als in het eerste kwartaal van 2020. Dat was net als het eerste kwartaal van 2022 een perdiode met weinig coronabeperkingen. In dat kwartaal bedroegen de zogeheten vrije besparingen van huishoudens €11 miljard. Dat is bijna €8,7 miljard minder dan in het eerste kwartaal van 2021, waarin de eerste beperkingen vanwege de uitbraak van het coronavirus werden ingevoerd.

„Het heeft zeker met corona te maken”, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS als oorzaak van het afvlakken van de spaardrang. „Dat de uitgaven nu hoger liggen komt niet alleen doordat mensen meer producten en diensten kopen, maar ook doordat het leven een stuk duurder is geworden. Dat mensen in 2021 meer overhielden is echter toe te schrijven aan het feit dat mensen op minder manieren geld konden uitgeven door de coronabeperkingen.”

In het eerste kwartaal van 2022 lag het totale inkomen van Nederlandse huishoudens – en instellingen zonder winstoogmerk – €7,1 miljard hoger dan in dezelfde periode van 2021. De consumptieve bestedingen lagen echter €15,8 miljard hoger. Zo’n €4,9 miljard daarvan is toe te schrijven aan inflatie.

Het is bij CBS niet bekend hoeveel er op spaarrekeningen staat. Daarom gaat het onderzoeksinstituut uit van vrije besparingen. „Dat is het totale inkomen van mensen minus de uitgaven. Het geld dat overblijft noemen we vrije besparingen. Dat kunnen ze op hun spaarrekening zetten, hun huis van aflossen, beleggen of investeren. Het is alles behalve consumptie dus”, aldus Van Mulligen.