Het onbenut arbeidspotentieel omvat naast werklozen (306.000), ook mensen zonder betaald werk die kunnen werken maar recent niet gezocht hebben naar werk bijvoorbeeld omdat ze ontmoedigd zijn (216.000) of vanwege studie of opleiding niet direct beschikbaar zijn voor werk (165.000). Ook deeltijdwerkers die meer uren willen werken vallen onder het onbenut arbeidspotentieel (354.000).

Krapte

Terwijl de arbeidsmarkt nog nooit zo krap is geweest – in het tweede kwartaal van 2021 stonden er tegenover elke 100 werklozen 106 openstaande vacatures – staan er dus een miljoen mensen aan de zijlijn die kunnen of willen werken. Dit aantal daalt wel al jaren. Vanaf het tweede kwartaal van 2014 slonk het onbenut arbeidspotentieel van 1,8 miljoen naar 1 miljoen in het tweede kwartaal van 2019. Vervolgens nam het tijdelijk sterk toe tot 1,2 miljoen tijdens de eerste periode van de coronacrisis in 2020. Daarna is het onbenut arbeidspotentieel weer gekrompen tot 1 miljoen in het tweede kwartaal van 2021. Van hen waren er 345 duizend jonger dan 25 jaar.

Van de werklozen in het tweede kwartaal van 2021 viel bijna 40% in de leeftijd 15 tot 25 jaar, van de semiwerklozen die niet zoeken was dit 36%. Degenen die wel zoeken maar niet direct beschikbaar zijn voor werk zijn doorgaans wat ouder dan de groepen die wel beschikbaar zijn maar niet zoeken. Van hen was 29% jonger dan 25 jaar in het tweede kwartaal van 2021.

Onderwijs

Het volgen van onderwijs is voor semiwerklozen de meest genoemde reden om niet beschikbaar te zijn voor werk. Het gaat dan bijvoorbeeld om scholieren en studenten die op zoek zijn naar een bijbaan of naar een baan na het afstuderen, maar niet op korte termijn kunnen starten. Van de 165 duizend niet-beschikbare werkzoekenden gaven 55 duizend dit als reden (33%). Andere vaak genoemde redenen zijn ziekte of arbeidsongeschiktheid (30.000), zorg voor gezin (12.000) of vrijwilligerswerk (12.000).

Van de 216 duizend semiwerklozen die wel beschikbaar waren voor werk, was voor 28% opleiding of studie de reden om niet te zoeken. Deze scholieren of studenten zouden wel kunnen starten in een (bij)baan, maar hebben daar de voorafgaande vier weken niet naar gezocht. Maar de vaakst genoemde reden (37%) om niet naar werk te zoeken, is dat ze weinig resultaat verwachten. Verder geven mensen aan dat ze niet hebben gezocht vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Werk

In het tweede kwartaal van 2021 had bijna 30% van de werklozen binnen drie maanden werk gevonden. Van de semiwerklozen die wel hebben gezocht, maar niet direct beschikbaar waren, had 24% binnen drie maanden werk. Bij de beschikbare semiwerklozen lag dat met 15% duidelijk lager.