„Vrijwel alle projecten voor duurzame energie kunnen nu met veel minder of geen subsidie af, door de hoge energieprijzen”, stelt Olof van der Gaag, directeur van de ondernemersclub Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) over zonne-energie tot elektrische boilers.

„Voor productie van groene elektriciteit hebben we het punt om zonder subsidie te werken ongeveer bereikt”, bevestigt Alexander Monk, de analist voor hernieuwbare energiebronnen bij de grote vermogensbeheerder Schroders. Daarbij hielp de hoge olieprijs, zegt hij. „Dit jaar is voor het eerst de prijs van batterijen voor elektrische auto’s gestegen. Ongewoon. Maar die batterij is nu nog altijd goedkoper dan de traditionele automotor op benzine. Vanwege die zo sterk gestegen olieprijs”, aldus Monk.

Het kabinet geeft een zetje. Het tuigde in 2011 een grote subsidiepot op voor hernieuwbare energie zoals uit wind en zon. De overheid vergoedt het verschil tussen de kostprijs en verkoopprijs nu voor twaalf jaar. Daarmee kan nieuwe energie voldoende marktomvang krijgen om zichzelf te bedruipen. „Maar dat betekent niet dat subsidie verdwijnt, de afgegeven garantie blijft. Soms is die langer nodig”, wijst de woordvoerder van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op de vaak aanzienlijke voorbereidingstijd. „Pas als je gaat draaien kan de subsidie worden afgebouwd.”

Voor waterstof, zoals in auto’s, is nog subsidie nodig.

Voor waterstof, zoals in auto’s, is nog subsidie nodig.

In 2020 is die pot al verruimd tot €5 miljard: behalve warmteboilers, zonnepanelen, waterstof en isolatie, komen uitgaven voor afvang van CO2-uitstoot in de industrie ervoor in aanmerking. Vanaf eind juni dit jaar is €13 miljard beschikbaar via die SDE++-regeling.

Alleen de afvang van CO2 en de opslag ervan – waarmee Nederland snel zijn uitstoot volgens klimaatakkoorden kan beperken – heeft nog wel even subsidie nodig, stelt Kornelis Blok, hoogleraar analyse van energiesystemen aan de TU Delft. „Want dat is nog een vrij dure techniek.” Ook aardwarmte en energie uit biomassa „zie ik niet snel goedkoper worden”, nuanceert Blok.

De grootste vervuilers helpen ook een handje. De industrie die veel vuiligheid uitstoot, moet per ton CO2-rechten kopen van de overheid. Die worden geveild, terwijl hun totale aantal jaar op jaar afneemt, waardoor de prijs van deze CO2-certificaten stijgt om bedrijven te dwingen uitstoot sneller af te bouwen. Die prijsverhoging geeft meer inkomsten, geld dat weer naar energiesubsidies en vernieuwing gaat.

„De CO2-uitstootprijs is nu weer wat gedaald, maar op zijn piek werd duidelijk dat projecten voor afvang en opslag van de vervuilde uitstoot gewoon zonder subsidie kunnen”, zegt Hans Grünfeld, directeur van de VEMW, de brancheclub van industriële grootverbruikers.

En bedrijven die windmolens op zee willen, moeten zelfs betalen om mee te mogen dingen in de vergunningrace, zegt RVO over de omslag.

In 2010 sprak Mark Rutte in de verkiezingscampagne over ’malle windmolens’. Die draaien niet op wind, maar op subsidies. Die tijd is al voorbij: in 2019 deed de Deense energiemaatschappij Dong het zonder subsidie, dankzij grote windmolens van 15 megawatt per stuk, destijds een verdrievoudiging in capaciteit. In 2018 volgde Nederland.

Dat energieprojecten door hoge opbrengsten uit de subsidie ’vallen’, is tegelijk hoopvol, aldus Van der Gaag. Er komt ruimte voor miljarden die andere energievormen over de eerste kostenhobbel helpen. Vooral voor duurzame warmte, ziet hij, doelend op technieken die aardwarmte naar huizen sluist. Of de elektroboiler, groen gas uit biomassa en waterstof uit windenergie. „Prijzen hiervan vijftien jaar vooruit jaar voorspellen is moeilijk, maar ik denk dat straks minder dan de helft van de subsidie hiervoor daadwerkelijk wordt uitgegeven”, wijst hij op de versnelling in gebruik van schonere energie boven de kostprijs.

Hoogleraar Blok van de TU Delft is voorzichtig. „Het gaat snel, maar de helft van onze energiebronnen, niet alleen elektriciteit, moet nog vergroenen. Subsidie maakt de technologie voor die andere helft goedkoper, dat geld is nog nodig.”

Als belegging is deze sector inmiddels enorm interessant, zegt Monk van Schroders, dat onder andere voor Nederlandse pensioenfondsen werkt. „Vooral makers van kabels. Er is nog zo’n enorme pijplijn met windenergieprojecten, de vraag zal alleen maar toenemen.”