Dat blijkt uit een analyse van TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek.

In het eerste kwartaal van 2022 waren er 116.000 meer werknemers met een vast contract, 110.000 meer flexwerkers en 49.000 meer zzp’ers dan een jaar ervoor. Het aantal werknemers met een vast contract en zelfstandigen bleef ook tijdens de coronacrisis stijgen, flexwerkers raakten toen massaal hun baan kwijt. Er zijn nog steeds 17.000 flexwerkers minder dan voor de coronacrisis.

Meer zekerheid

Dankzij de krapte op de arbeidsmarkt krijgen flexwerkers wel contracten met meer zekerheid. Het aantal werkenden met een tijdelijk contract met uitzicht op vast nam toe, net als het aantal werkenden met een tijdelijk contract met vaste uren. In vergelijking met een jaar ervoor waren er 5% minder mensen met een inval- of oproepcontract. Toch maken zij met 850.000 nog wel de grootste groep flexwerkers uit. Het aantal uitzendkrachten bleef gelijk.

Door de krapte aan personeel in diverse sectoren hebben sollicitanten een betere onderhandelingspositie voor een contract met meer zekerheid. Ook willen werkgevers hun personeel aan zich binden met een beter contract. Alleen in de horeca nam het aantal werkenden met een oproepcontract juist toe.