Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2019 werkten nog 1,3 miljoen Nederlanders soms of regelmatig in de kleine uurtjes. Vooral horecapersoneel was afgelopen jaar door de coronacrisis minder vaak ’s nachts actief.

Zorg

De beroepsgroep die het vaakst een nacht doorhaalt zijn artsen: ruim 70% werkt soms of regelmatig in de nacht. Daarna volgen verzorgenden, sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders en gespecialiseerd verpleegkundigen. Buiten de zorg werken ook vrachtwagenchauffeurs, kelners en barpersoneel, productiemachinebeheerders en beveiligers geregeld ’s nachts.

Ook software- en applicatieontwikkelaars werken wel eens ’s nachts, maar dat is vaker incidenteel dan dat het vaak voorkomt.

Gezondheidsrisico’s

Hoewel Nederland steeds meer een 24-uurs-economie begint te worden en in cao’s over het algemeen steeds minder en lagere toeslagen voor werken op onregelmatige uren worden afgesproken, wordt werken in de nacht juist beter betaald dan vijf jaar geleden. Dat blijkt uit een analyse van honderd cao’s door werkgeversvereniging AWVN.

Het verschil is zo’n 3%. „Nachtwerk brengt grotere gezondheidsrisico’s met zich mee. Als werken in de nacht niet kan worden voorkomen, is het dan ook terecht dat deze werkuren extra worden beloond”, concludeert de vereniging.

Volgens een advies van de Gezondheidsraad uit 2017 blijkt dat (langdurig) nachtwerk leidt tot een verhoogd risico op slaapproblemen, diabetes type 2 en en hart- en vaatziekten.