De 42-jarige Sijbrandij richtte GitLab in 2014 op met twee Oekraïense IT’ers, Dmitri Zaporozjets en Valeri Sizov. Die laatste twee werkten al langer aan programma’s waarmee het gemakkelijker moest worden om samen aan software te werken. Sijbrandij was onder de indruk van hun werk en besloot zich bij Zaporozjets en Sizov aan te sluiten, waarna het lukte grote bedrijven te strikken.

Uiteindelijk kozen de drie ervoor om in de regio rond San Francisco, waar veel start-ups en IT-talenten samenkomen, hun bedrijf verder uit te bouwen. Van de eerste ploeg medewerkers keerden er weer veel naar Europa, maar Sijbrandij bleef in de Verenigde Staten.

Geslaagde beursintroductie

Sijbrandij heeft een belang van 18% in GitLab, dat op zijn eerste dag op technologiebeurs Nasdaq bijna 35% steeg tot een marktwaarde van circa $15 miljard. Ook verkocht de Nederlander twee miljoen aandelen bij de beursgang.

GitLab staat vooral bekend als plek waar IT’ers met verschillende taken, zoals bijvoorbeeld beveiliging en ontwikkeling, gemakkelijk samen kunnen werken. Chipbedrijf Nvidia, industrieconcern Siemens en zakenbank Goldman Sachs behoren tot de klanten. Het platform was ook bij uitstek geschikt voor de razendsnelle overstap op thuiswerken die veel bedrijven door corona noodgedwongen moesten maken. In het vorige boekjaar steeg de omzet met 87 procent tot ruim 152 miljoen dollar. Daarop leed bedrijf wel een nettoverlies van 192,2 miljoen dollar.